Wie was Franciscus van Assisi?
Franciscus werd geboren te Assisi rond 1182. Hij was de zoon van Petrus van Bernardone, een welgekende en goedbemiddelde lakenkoopman uit Assisi. Op het moment van zijn geboorte was zijn vader voor zaken in Frankrijk. Zijn moeder Pica de Bourlemont gaf hem alvast de naam Giovanni (Johannes)maar zijn vader maakte daar bij thuiskomst Francesco, ‘Fransman’, van. (Het kan ook zijn dat hij die bijnaam pas later kreeg omdat zijn vader hem meer dan eens naar Frankrijk stuurde om handel te drijven). Toen Franciscus ongeveer 20 jaar oud was vond er een veldslag plaats tussen Assisi en Perugia en werd hij gevangen genomen. Na een jaar werd hij vrijgelaten maar hij werd voor lange tijd ernstig ziek. Na zijn genezing kreeg hij oog voor het leed van de melaatsen die in die tijd verstoten uit de samenleving leefden.
Franciscus bekeert zich vervolgens tot een leven gewijd aan armoede , gebed en dienstbaarheid aan de armen. In 1205 wijdt hij zich volledig aan God tijdens een scène op het plein bij de Bisschop. Toen Bernardus van Quintavalle en Petrus Catani zich in 1208 bij Franciscus wilden aansluiten, raadpleegden zij het evangelieboek van de kerk van Sint Nicolaas om te ontdekken hoe hun leven eruit moest zien. Kenmerkend waren hierbij drie teksten:
- “Als je dat wilt, volmaakt zijn, ga heen, verkoop al je eigendom en geef het aan de armen en je zult een schat in de hemelen hebben. Kom dan hierheen en volg mij.” (Mattheus 19:21).
- “Hij zegt tot hen: neemt niets mee voor onderweg, geen staf, geen reiszak, geen brood en geen geld, en ook moet u geen twee hemden hebben.” (Lukas 9:3).
- “Als iemand dat echt wil, achter mij aan komen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis dragen, en zó mij volgen!” (Mattheus 16:24).
Beiden wilden mee in de voetsporen treden van Franciscus en ze deden afstand van hun hebben en houden , en daarmee was de Franciscaanse beweging begonnen. Kort nadien sloot Egidius van Assisi zich bij hen aan. In hetzelfde jaar 1208 gaf de abt van het Benedictusklooster op de Monte Subasio het kerkje van Portiuncula in het dal bij Assisi in bruikleen aan Franciscus om het tot het centrum van zijn nieuwe beweging te maken.
Hoewel Franciscus van Assisi geen geestelijke was, begon hij te prediken en verzamelde al vrij snel een aangroeiende groep getrouwen om zich die leefden volgens de regel die Franciscus opstelde. Waar hij aanvankelijk als kluizenaar ging leven en door veel mensen verguisd werd, verkreeg hij in 1209 van paus Innocentius III toestemming om samen met deze getrouwen een nieuwe kloosterorde te stichten. Deze Orde van de Franciscanen had binnen een jaar tijd elf volgelingen. Dit aantal liep op tot zo een 5000 in 1221 en 35.000 rond 1274. Omstreeks het midden van de 13e eeuw waren er wereldwijd zo een 1400 franciscaner kloosters, tot in Israël toe.
Strikte armoede was lange tijd het kenmerk van de Orde der Franciscanen. Dat hield in dat de broeders niet alleen afstand deden van persoonlijk, maar ook van gemeenschappelijk bezit. Te midden van de andere kloosterorden werden ze door Franciscus de minderbroeders genoemd.
Het broederschap breidde ,wegens groeiend succes onder de leken, uit over Europa. Ook geleerden voelden zich aangetrokken tot deze nieuwe spirituele weg. De broeders woonden samen in een ruimte die ze ‘locus’ noemen, wat in het Latijn letterlijk plaats betekent. Het was een grote cirkel waar een gracht omheen werd gegraven. In de ring werd een heg geplaatst. In het midden werden cellen geplaatst waar de broeders konden bidden. De broeders sliepen op de koude grond en heel soms als het echt koud was op hooi, met daarover een doek. Hiervandaan vertrokken de broeders om te bedelen en te prediken. Er werd van broeders verwacht zelf contact te zoeken met God. De manier om dit te doen was geënt op de Hermetische traditie, die Franciscus zelf bewonderde en vaak naleefde.
De richtlijnen die voor de broeders werden aangehouden waren eveneens afkomstig uit de Evangeliën. In Lucas 10:38 komt Jezus op bezoek bij Maria en Martha. Maria gaat aan de voeten van Jezus zitten en luistert naar het verhaal van Jezus. Martha zorgt ondertussen voor hen beiden. Zo gaat het ook bij de minderbroeders. Op zoek naar God zijn ze in drie- of viertallen afgezonderd. Twee sluiten zichzelf dagenlang af om er te bidden tot God en naar Hem te luisteren, terwijl de andere twee zoals Martha voor hen zorgen.
Eenmaal per jaar werd een generaal kapittel gehouden. Aanvankelijk werden de gebeurtenissen besproken, maar later, toen de broederschap steeds groter werd en Franciscus minder controle kon uitoefenen over alle volgers, werden de kapittels steeds meer gebruikt om bepaalde regels op te stellen. Sommige van de nieuwe broeders interpreteren de manier van leven volgens Franciscus in de ruime zin. De grote toestroom van de vele nieuwe leden, de mobiliteit van de broeders alsmede het feit dat de controle alleen plaatsvindt binnen het netwerk van de persoonlijke relaties tussen de broeders, maken het moeilijk, vrijwel onmogelijk, om te komen tot een homogene gelijkwaardige broederschap, waarin allen hetzelfde ideaal nastreven.
De franciscanen vormen door diverse splitsingen niet één orde, maar worden onderscheiden in minderbroeders, minorieten of conventuelen en kapucijnen.
Waar stond Franciscus van Assisi en zijn orde voor?
Beginselen en leefregels : Wat geloven franciscanen?
Franciscus van Assisi wordt beschouwd als een van de grootste heiligen van de Katholieke Kerk. Dit onder meer door zijn radicale liefde voor God en zijn Schepping . Wat van hem een ‘alter Christus’ (“een andere Christus”) maakte.
Hij trad van bij aanvang heel sterk in de voetsporen van Jezus en entte zijn leer en beginselen op verschillende passages uit de Bijbel:
Denken we aan de onthechting van bezit en materialisme :
- “Als je dat wilt, volmaakt zijn, ga heen, verkoop al je eigendom en geef het aan de armen en je zult een schat in de hemelen hebben. Kom dan hierheen en volg mij.” (Mattheus 19:21).
- “Hij zegt tot hen: neemt niets mee voor onderweg, geen staf, geen reiszak, geen brood en geen geld, en ook moet u geen twee hemden hebben.” (Lukas 9:3).
- “Als iemand dat echt wil, achter mij aan komen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis dragen, en zó mij volgen!” (Mattheus 16:24).
Denken we aan de richtlijnen voor de broeders die eveneens afkomstig waren uit de Evangeliën. ( Lucas 10:38 Jezus op bezoek bij Maria en Martha.)
Franciscus wijdde zich aan dezelfde taken als Jezus : Het opkomen voor de kansarmen en mensen in nood, en opstaan voor gerechtigheid.
Sterk was ook het respect voor de schepping. (Denken we aan het Zonnelied op zijn sterfbed)
Maar zeer bijzonder was zijn enorme inzet op de vrede en afkeer van geweld , (geweld zowel fysisch als met woorden). Laat zijn benaderingswijze van inzet op vrede en diep overwogen keuze voor geweldloosheid nu juist vandaag de dag zo belangrijk zijn en brandend actueel.
Waarom is de leer van Franciscus van Assisi en zijn orde brandend actueel?
Franciscus bood een enorme dienst aan de vrede. Paus Innocentius II bezigde de theologische visie dat “Christus de Koning der Koningen was , met Jeruzalem als Zijn stad en het Heilig Land als Zijn erfdeel”, stad en land dat met kruistochten heroverd moest worden op de moslims. Franciscus ging mee met de Vijfde Kruistocht maar volgde hier een andere weg. Franciscus weerde elke vorm van geweld en zocht een vreedzame benadering van de Islam. Hij zocht toenadering met sultan Al-Kamil die Hem afwees. Franciscus volhardt echter in zijn dialogisch gedachtengoed en geeft zo ook een volstrekt ander beeld van God: de God die uitnodigt om in een geest van vrede en geweldloosheid onder andere mensen te gaan, hun werk en leven te delen en zo te midden van hen Zijn aanwezigheid te ontdekken.
Een belangrijke regel van Franciscus in de omgang met andersdenkenden en andersgelovigen was ook de afwijzing van woordenstrijd. Geweldloosheid zonder wapenen en ook zonder het wapen van het woord. Het is in dit perspectief dat hij in 1219 tijdens de kruistocht zijn persoonlijke vredesmissie naar de sultan van Damiate ondernam, waar hij hoffelijk werd ontvangen en spirituele gesprekken voerde.
Dit waren de woorden van paus Franciscus begin februari 2019 tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten. Als eerste paus bezocht hij het Arabisch schiereiland. Het was een historisch bezoek waarmee hij een vernieuwende wind van interreligieuze toenadering deed waaien : “God in mijn hart dankbaar, in dit 800ste jubileumjaar van de ontmoeting van de Heilige Franciscus met sultan Malek Al-Kamil, heb ik de gelegenheid verwelkomd om naar hier te komen als een gelovige verlangend naar vrede, als een broeder zoekend naar vrede met zijn broeders. We zijn hier om naar vrede te verlangen, om vrede te promoten, om instrumenten van vrede te zijn.” (Bron)
800 jaar eerder ging immers de Heilige Franciscus van Assisi hem voor in de ontmoeting. Samen met een medebroeder trok hij in 1219 vanuit het kruisvaarderskamp te Damiate, Egypte, blootvoets en ongewapend naar het kamp van ‘de vijand’ toe. Hij wilde met de sultan spreken.
Franciscus stelde een teken in de tijd. Hij deed iets radicaal anders dan wat de tijdsgeest hem influisterde. Net zoals sultan Malek Al-Kamil verbrak hij de spiraal van geweld waarin zijn tijd verwikkeld was om de ander te ontmoeten vanuit een verlangen naar broederschap en vrede.
Ook in onze tijd die getekend wordt door angst voor de andere, oorlog en terroristische aanslagen tegen onschuldige burgers, of ze nu joods, christelijk of moslim zijn, is er nood aan bruggenbouwers, aan mensen die ‘de andere’, soms ‘de vijand’ de hand reiken. Hoe kan deze historische ontmoeting van Franciscus met de sultan van Egypte ons vandaag de dag daartoe inspireren?
Annick Buggenhout
About the author