Een rare titel, maar vijgen zijn nu eenmaal een versterkend voedingsmiddel om lang te bewaren. Mijn mijmeringen voor wat de jaarlijkse boodschap van Kerstmis mij kon bieden aan zingeving, kwamen achteraf. Kan deze Christelijke traditie voor mij een voedingsbodem zijn?
Is Kerstmis enkel een mooi sprookje? Kijk ik met een kinderlijke blijdschap terug, naar de engeltjes, die in de mis op Kerstdag rond het altaar zweven? Hoe is het gesteld met mijn vertrouwen, wat er werkelijk 2000 jaar terug in Bethlehem is gebeurd. Zelfs in mijn geloof blijf ik vrij rationeel en bedenk ik dat er wat te veel details in het verhaal staan. Die evangelisten hebben het ook niet rechtstreeks vernomen en het zoveel jaren later toch maar van horen zeggen.
Exegese is de kritisch benadering van de feiten en helpt mij om religieuze teksten te begrijpen en het verhaal historisch kritisch te evalueren. Het zegt ook iets meer over de literaire stijlen die in die tijd gebruikelijk waren. Maar gelijktijdig verengt en verwart het mij om het theologisch te duiden en geeft het mij een ontnuchtering van de feiten: enkel geschiedkundige aanwijzingen, maar geen harde bewijzen. Amper 1 of 2 % van de bevolking kon toen schrijven en lezen. Bij het doorvertellen van het verhaal, over meerdere generatie heen, lag het accent niet op de exacte feiten. Zelf zou ik vandaag een vrij neutraal verslag, met concrete elementen vanuit mijn leefwereld weergeven. Maar wat toen echt doorgegeven werd, draait om de symboliek die in het verhaal zo krachtig maakt. De kern van het Kerstverhaal blijft de boodschap dat God mens is geworden. Dat kan enkel maar bijzonder zijn. Deze gebeurtenis is het belangrijkste en is niet verloren gegaan en is eeuwenlang doorgegeven op een verstaanbare manier voor vele generaties, in alle continenten.
Als ik mij blindstaar op ontbrekende details en bewijzen overschat ik mijn eigen rationaliteit en mis ik juist die tijding van hoop van 2000 jaar geleden. Loop ik dan vandaag mogelijk mee met de wijzen, als een sterveling die vandaag nuchter zoekende is en een lichtende ster wil volgen in een hectische wereld? Want er is een mens geboren met een Goddelijke ingeving: “Heb je naasten en je vijanden lief”. Dit is een grote tegenstelling op het recht van wraak: oog om oog en tand om tand. De Bergrede loont beloftevol. Dit was zo vernieuwend, dat het in één eeuw tijd, de bevolking van het Middellandse zeegebied fascineerde en tot nieuwe inzichten bracht. Alleen om die redenen is de mens Jezus, die tot het uiterste ging, voor mij waarlijk de zoon van God. Het Christendom, zonder enige vorm van macht, brengt hoop en zin in een harmonieuze samenleving.
Als ik dan een mens ben met enige goede wil om mijn medemensen lief te hebben, krijg ik van Mattheüs (12:49-50) een aanmoedigende boodschap: Ik mag mij beschouwen als “Zijn” familie en volgens 1ste brief van Johannes (3:21-24) mag ik vrijmoedig omgaan met God. Dan ervaar ik in mij een vertrouwensband, die als een energiebron werkt, lang nadat Kerstmis voorbij is.
Gedachten na samenkomst van de gespreksgroep “ADEM-TOCHT” J.D.