Bij het afscheid van de zondagsvieringen in Sint-Jozef Edegem

Bij het afscheid van de zondagsvieringen in Sint-Jozef Edegem

Ik heb niet al te veel herinneringen aan mijn kleutertijd. Een ervan was dat ik met mijn ouders in mis zat, hierachter in wat nu de turnzaal is. Deze kerk waren ze toen aan het bouwen. Ze was net op tijd klaar voor mijn eerste communie.  Daar zaten we dan, in ons schooluniform: korte bruine broek, beige hemdje, een bruine das met een elastiekje en witte handschoentjes.  Met gevouwen handen stapten we naar voor. Het was de tijd van pastoor Vermoesen. Hij was een warme man en een harde werker. Binnen de kortste keren slaagde hij erin om de parochie van Sint-Jozef uit de grond te stampen.  Allemaal samen onder de kerktoren die we niet hadden.

Ik zat op school hiernaast.  Als de pastoor binnenkwam in de klas, stonden we allemaal recht en een paar keer per jaar kwamen we naar de kerk en gingen we te biechten.

Mijn moeder was bij de KAV.  De vriendschap van al die vrouwen uit de buurt deed haar deugd. 1 keer per jaar mochten wij kinderen mee op uitstap, met de bus naar zee. Ons moeder kwam met revolutionaire recepten naar huis, die ze in de kookcursus had geleerd.  Spaghetti Bolognaise, bijvoorbeeld, dat hadden wij nog nooit gegeten.  

Elke zondagmorgen kwamen we naar de kerk. De woorden die hier klonken, kwamen ongetwijfeld niet helemaal binnen, maar de glasramen kende ik van buiten. Op grote feesten zong het Sint-Jozefkoor, ons vader op de laatste rij. Ik denk dat ik daar voor het eerst de liefde voor muziek meekreeg.  Ook die koorgroep was een echte vriendenploeg. Het jaarlijkse feest was legendarisch, telkens in een thema. Mijn oudere zus zong als kind mee in het meisjeskoor, waar later de Vagebondjes uit zouden ontstaan.  Later speelde ze gitaar in een kleinkunstgroepje en die werkten mee aan de jongerenvieringen. Pater Hugo was daar een drijvende kracht. Ons Leen was ook leidster bij de scouts.  Want ook daar had pastoor Vermoesen voor gezorgd: dat er een terrein werd gevonden en en een lokaal gebouwd verderop in de Drie Eikenstraat. Tussen Kontich en Wilrijk werden miljoenen kubieke meters zand opgespoten, voor wat later de E19 zou worden. Dat was eigenlijk ons scoutsterrein. Dat onze wasmachine nooit verstopt is geraakt van als dat zand, is een klein wonder.

De parochie groeide en bloeide, honderden mensen waren hier actief en hun engagement reikte tot ver buiten de parochiegrenzen.

Toen ik 16 was, ging ik zoals zoveel andere leeftijdsgenoten naar de mis op Elsdonk.  De preek klonk daar anders en je moest er niet met stoelen draaien.

Na mijn studies en mijn burgerdienst werd ik Norbertijn van Tongerlo, bijna drie jaar lang. Ik ben er vertrokken voor de liefde. Het eerste wat Karel Heuten deed, was vragen of wij ons opnieuw wilden engageren in de parochie. Algauw werd ik jeugdpastor voor Heilige Familie.  De decanale jeugdpastor die aangesteld was voor Edegem en Mortsel had hier haar bureau én woonst. Samen met een fantastisch team organiseerden wij van hieruit de ene activiteit na de andere.  Ik herinner me bijvoorbeeld de Goede Vrijdagtochten, die vanuit deze kerk vertrokken. Later belandde ik hier in de werkgroep kindervieringen. We genoten van de uitdaging om elke keer opnieuw het evangelie te vertalen naar die kleine pagadders.

In het PT zaten de duizendpoten van de parochie. Samen met de parochieraad hielden we de vinger aan de pols.  

Intussen was Karel Heuten hier pastoor geworden. Met een ploeg van twee priesters, drie diakens en 1 pastorale werker, zorgden we voor fijne liturgie. De mensen van de preekgroep brachten nog meer variatie. ‘Onze beide parochies’ noemde Karel het. Op Elsdonk waren ze jaloers op onze kosterploeg.

Nog later nam André Goossens de fakkel over. Ook hij slaagde erin om ons het gevoel te geven dat hij er voor ons wilde zijn, als een goedlachse herder. Hier voorgaan lukte maar heel zelden. Zo goed als we konden, gingen wij voor in Woord-en communiediensten. Twee diensten na elkaar, eerst hier en dan in Heilige Familie. Ik vond altijd dat ze hier beter zongen en beter konden bidden.  Hier kon je je als voorganger opgetild voelen door die kleine biddende gemeenschap.

André stierf onverwacht en deze parochie werd toevertrouwd aan de goede zorgen van pastoor Tom.  Zes jaar geleden werden we deel van de pastorale eenheid Heilige Maria Magdalena.

En stilaan groeide ook het besef dat die vele kleine, oud geworden gemeenschappen niet op zichzelf zouden overleven. Ik herinner me levendig dat we in het PT spraken over de werkgroep ziekenzorg en dat we moesten constateren dat de fantastische ziekenbezoeksters zo oud geworden waren dat ze eigenlijk zelf bezoek verdienden.  De uitbating van de Schrans was een voortdurende zorg. Een moeilijke evenwichtsoefening tussen de wensen van de gebruikers en de financiële toestand van heel de werking.
Toen de nieuwe wijk hierachter gebouwd werd, hoopten we op tientallen nieuwe parochianen, maar er kwam slechts een enkeling. Langzaam wenden we aan de gedachte dat het afscheid er aankwam.
Vandaag is het zover.  Een bitterzoet feest. Maar we eindigen in schoonheid, met onze Vagebonden en met heel veel mensen van vroeger, met jullie allemaal.

Wat ik hier meekreeg is niet in cijfers te gieten, niet in woorden te vatten. Het is de kostbare parel, waar de evangelies over spreken. Een schat in de akker. Dankuwel aan jullie die al op hun bestemming aangekomen zijn, dankuwel aan jullie die nog hier zijn. Dankuwel, Sint-Jozef.  Dankuwel, Heer Jezus.

Peter De Vriendt     29/6/25

About the author

Dirk Van de Poel administrator

Leave a Reply

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.